skip to Main Content

Introductie

Gebruikte methodiek

FleuRoJa werkt niet met een methodiek maar baseert haar uitgangspunten en haar praktijk op een visie/gedachtengoed. Deze staat bekend onder de naam Sociale Rol Versterking (SRV). Dit gedachtengoed is ontwikkeld door Wolf Wolfensberger (1934 – 2011). Hij is de grondlegger van het inclusief denken. Centraal in dit denken staat dat alle mensen dezelfde basisbehoeften hebben (ongeacht hun beperking); dat ieder mens zich kan ontwikkelen (als we maar weten hoe) en dat ieder mens de kans moet krijgen een leven te leiden net als anderen. Vanuit dit gedachtengoed worden mensen ondersteund om bij hen passende gewaardeerde sociale rollen te ontwikkelen midden in de samenleving. Zij zijn dan niet langer vooral zichtbaar en herkenbaar als een persoon met een beperking maar ze zijn familielid, buurman, vrijwilliger, werknemer, lid van een reguliere vereniging etc.. In plaats van dat mensen op speciale plekken samen met andere mensen die een beperking hebben wonen, leren, werken en recreëren bouwen ze in de samenleving een leven op dat naadloos past bij wie ze zijn en wat ze kunnen en willen. Ze komen daardoor op nieuwe plekken. Ze ontmoeten nieuwe mensen. Het leven wordt rijker.

Douchekop

De dag nadat we besloten hadden weer actief met SRV (Sociale Rol Versterking) aan de slag te gaan, ging de douchekop van een van de douches kapot. Een begeleider stelde voor na werktijd even langs de Praxis te rijden. Iemand realiseerde zich dat hier de eerste kans lag. De volgende dag ging een begeleider met Rob naar de Praxis. In plaats dat een begeleider waarschijnlijk de eerste de beste douchekop zou hebben gekocht, werd nu met Rob besproken wat voor soort douchekop hij wilde. Een zuinige of juist één met veel water, een verstelbare of juist niet, een grote of een kleine douchemond. Er werd een verkoper bij betrokken omdat er vragen waren. Die kon er niet over uit dat Rob zelf kon kiezen wat hij wilde. Er ontstond een gesprek. Bij het betalen kwam de verkoper nog even langs en zei ”We hopen je snel weer te zien Rob”. Hij was gezien!

Wolfensberger heeft op basis van zijn concept veel praktische handvatten beschreven hoe mensen ondersteund kunnen worden in het zoeken en ontwikkelen van sociale rollen. Zie verder bij bronnen.

FleuRoJa

Website Fleuroja

www.fleuroja.nl

FleuRoJa is een kleinschalig wooninitiatief waar 5 mensen wonen. Vanuit PGB’s worden mensen 24 uur per dag/ 7 dagen per week ondersteund. De bewoners van FleuRoJa zijn volwassen mensen en ieder leidt zijn eigen leven. Met een eigen dagritme en de ondersteuning die bij hem past. Elke bewoner heeft een eigen ‘organisatie’ met een eigen ondersteunteam en een eigen beleid. De 5 organisaties vormen samen een georganiseerd verband.

De mensvisie die voorop staat in het begeleiden van de bewoners is, dat ieder mens door een positieve bevestiging van zijn eigen kunnen in staat is om verder te groeien en zich te ontwikkelen. Door het accepteren van de mens zoals hij is, en door hem bevestiging te geven in hetgeen wat hij doet en laat zien, wordt deze gesterkt in zichzelf en zal zijn zelfvertrouwen sterk toenemen.

Korfbal

Een nichtje van Rob speelt korfbal. Misschien kon Rob supporter van zijn  nichtje worden of korfbal fan in het algemeen. Een begeleider die zelf van korfballen hield ging mee. Dat leek een goed combi maar pakte anders uit. Zij ging op in het korfballen en Rob stond ernaast.

Later werd een nieuwe poging gedaan door iemand die helemaal niet van korfballen hield maar wel graag wilde proberen Rob in die rol te steunen. Die keek goed naar wat Rob nodig had om gezien te worden. Zo vroeg hij toestemming om niet boven te hoeven zitten (op de tribune waar Rob niet veel kon zien en geïsoleerd zat) maar beneden kon blijven. Daar kon hij makkelijker bewegen. Hij bedacht dat Rob voor de waterflesjes zou kunnen zorgen. Zo werd hij een fan die met de verzorging hielp.

De waarden van FleuRoJa zijn respect en zelfbepaling: een leven waar bewoners gelukkig van worden.  Zelf keuzes maken en niet wegvallen in een groep. We kijken goed naar wat bewoners leuk vinden. Waar wordt iemand blij van? we kijken welke rollen hier bij passen. We ondersteunen bewoners om buiten FleuRoJa waardevolle rollen te hebben in de maatschappij, activiteiten te ondernemen en mensen te leren kennen. Ook onderhouden we vriendschappen.  We verbinden begeleiders en bewoners die blij worden van dezelfde dingen. Zo kunnen medewerkers met de kennis die ze zelf hebben uit hun eigen leven / vrijetijdsbesteding contacten leggen.

We bespreken met ouders waarom we doen wat we doen; wat we zien bij hun zoon/dochter. We nemen ouders mee in de beleving die wij hebben. (Herkent u dat?)

Bordjes Leerbedrijf bij de voordeur en logo op de auto

Het was eerst heel gewoon dat op de auto’s die we gebruikten voor het vervoeren van mensen het logo prijkte. Maar daarmee laat je mensen zien in hun rol als cliënt. Dat is juist niet de bedoeling. Dus dat logo gebruiken we niet meer. Ook niet bij het huis. Datzelfde geldt voor het bordje ‘Leerbedrijf’. Normaal wordt dat bij de ingang van een bedrijf gehangen. Hier gebeurt dat niet. We zijn een leerbedrijf maar dat hoeven we niet met een bordje te laten zien. Bij de voordeur en de bel staan de namen van de mensen die er wonen.

Wat betekent het voor de organisatie?

Start

  • Het idee om echt te werken aan het creëren van een goed leven voor elk van de bewoners was de aanleiding om FleuRoJa te starten, 19 jaar geleden.
  • Door allerlei omstandigheden raakten de uitgangspunten wat verstoft. Het project Zeggenschap & Inclusie bracht Sociale RolVersterking binnen als gedachtengoed. Na interne veranderingen (o.a. geen personeel van een reguliere zorgaanbieder meer inkopen maar zelf mensen in dienst nemen) wordt sinds 4 jaar actief gewerkt met SRV. De ouders staan hier 100% achter en van het personeel wordt dat ook verwacht.

Randvoorwaarden

  • Omdat FleuRoJa geen werkgever is, is het risico dat de werkgever gaat bepalen in plaats van de bewoner minder groot.
  • De bewoners zijn de werkgevers van de begeleiders.
  • Bewoners kiezen hun begeleider uit.
  • Een van de belangrijkste uitgangspunten in de manier van begeleiden is gelijkwaardigheid tussen bewoner en begeleider/ondersteuner.
  • Het moet heel duidelijk zijn waar het PGB van die éne persoon aan besteed wordt. Het gaat niet op één hoop.
  • Dat FleuRoJa geen zorgaanbieder is, verlost hen van allerlei wettelijke eisen: kwaliteitseisen, HCCP, certificaten, keurmerken etc.
  • Door de hoge en gewaarborgde PGB’s hebben ze meer geld en dus tijd voor elk persoon maar zonder de visie zou dat niets uitmaken. “Het gaat om waar je je geld aan besteedt!”
  • Begeleiders moeten niet alleen werken om geld te verdienen maar echt iets willen bereiken voor en met de bewoner.

Kwaliteit van leven

Op een dag komt de 8-jarige dochter van een familielid van Rob thuis van school met een verhaal uit het kringgesprek. Een klasgenootje vertelde dat haar neefje over een paar dagen zal overlijden. Hij is geboren met verschillende ernstige aandoeningen: het meisje vertelt dat hij nooit zelfstandig zal kunnen leven, hij zal altijd hulp nodig hebben omdat hij niet goed kan bewegen, zich verstandelijk niet goed zal kunnen ontwikkelen enz.  Er is besloten tot euthanasie over te gaan. De dochter is helemaal van slag maar kan tegelijkertijd goed onder woorden brengen waarom zij er van overtuigd is dat Rob, die ook meerdere dingen niet kan, toch een heel mooi leven heeft.

  • Bij sollicitatie is “Wat doe je in je vrije tijd?” een belangrijke vraag. Waar sluit dat aan bij bewoners? Dat helpt bij het werken aan passende rollen.
  • Het grootste deel van de begeleiders moet echt flexibel willen werken. Dat is hard nodig. Meestal vinden begeleiders het niet erg omdat ze vaak dingen kunnen gaan doen die ze zelf ook leuk vinden. Maar ze zorgen ook dat er vaste patronen in zitten. Dat is voor iedereen prettig.
  • Elke dag kan er iets anders, nieuws gebeuren. Het vinden van goede begeleiders is dus het allerbelangrijkste. Daar staat of valt alles mee. Het is niet iedereen gegeven om mogelijkheden te zien. En je moet echt inventief zijn.
  • Altijd alert zijn op voorwaarden die mensen de kans geven mee te kunnen doen. Omdat Rob rolstoel gebonden is zijn de vergaderingen over en met hem altijd beneden. Dan kan hij er bij zijn.
  • Het is belangrijk om te beginnen bij kleine dingen (voorbeeld douchekop). Daar van te leren en dan verder gaan.
  • Niet beheersmatig bezig zijn. Houding is de basis.
  • De sociale agenda is leidend voor het rooster. Sommige dingen kunnen alleen maar door die ene begeleider gedaan worden.
  • Bij elk besluit bedenken of die van waarde is voor de persoon of eigenlijk voor de organisatie.

Gebruik van aanvullende methodes/werkwijze

  • Personal Future Planning, netwerkcirkels, Asset Based Community Development (gebruik maken van de wijk en alle kansen die je daar aantreft), vrijwilligerscentrale, facebook.
  • Tekeningen zijn een groot hulpmiddel. Aantrekkelijk en overzichtelijk. Die zitten ook in elk ondersteuningsplan. Ze geven een snel en helder overzicht. Ze zijn getekend vanuit het perspectief en de behoefte van de bewoner.

“Als je het geld verkeerd uitgeeft kun je de visie ondermijnen.” (Begeleider)

  • Tekeningen werden bij elk ondersteuningsteam (2x jaar) gebruikt. Nu iets minder. Het is fijn dat het steeds meer inslijt. Nieuwe personeelsleden gebruiken het ook als één van de basis documenten.
  • Het netwerk van SRV trainers in Nederland is betrokken. De coach maakt daar ook onderdeel van uit.
  • Omdat er nieuwe gezichtspunten zijn ontstaan in bijvoorbeeld het Rett syndroom is er een communicatiesysteem aangevraagd via de zorgverzekering door de logopedist en wordt hier nu mee gewerkt door één van onze bewoonsters.
  • Als mensen niet verbaal kunnen communiceren is kijken en luisteren heel belangrijk. Hoe zorgen we er bijvoorbeeld voor dat Rob weet of hij gaat douchen, alleen gewassen gaat worden of in bad gaat. Dat laatste vind hij het fijnst. Vroeger merkte hij op het allerlaatste moment in de badkamer wat er ging gebeuren. Nu pakken we dat anders aan. Als hij in bad gaat doen we bepaalde verlichting aan. Tijdens de voorbereidingen weet hij nu dus al wat hem te wachten staat. Dat waardeert hij heel erg. Voorspelbaarheid inbouwen is belangrijk.

Ervaringen

Persoon en zijn rol staan centraal

  • De bewoners zijn het onvoorwaardelijk vertrekpunt voor de besluitvorming over wat er in hun huis gebeurt en het denken en doen van alle ondersteuners, ouders wettelijk vertegenwoordigers en bestuur. Dit betekent dat alle besluitvorming zowel zorginhoudelijk als organisatorisch hieraan dient te worden getoetst.
  • Bewoners kiezen hun eigen ondersteuners met wie ze een klik hebben; dat gebeurt heel zorgvuldig.
  • Het start met gedetailleerde beschrijving van de persoon; de omgeving waarin hij leeft en de mensen die hem daarmee (kunnen) verbinden.
  • Rob is ook assistent organisator bij Space station. Bezoekers weten niet beter en vinden het bijzonder. Bijzonder heeft veel betekenissen. Het blijft lastig. We hopen dat het ook verwondering te weeg brengt en dat het mensen helpt om verder te kijken. Zijn positie staat steeds weer onder druk. Voor je het weet is hij deelnemer/bezoeker. Je moet steeds alert zijn.
  • Als iemand iets met de groep wil doen is de vraag altijd: Zouden ze er voor gekozen hebben om dit met elkaar te ondernemen? Wat zouden ze zelf kiezen?
  • Ook vakanties worden niet meer gezamenlijk gedaan. Het bleek gewoon niet voldoende bij elkaar aan te sluiten. Ze gaan nu los van elkaar.
  • De rol van de bewoner is bepalend voor hoe zijn of haar dag verloopt.
  • Andere afspraken die er gemaakt worden, worden afgestemd op de rol van de bewoner.

“Voor je het weet is Rob alleen maar aan het wachten. Wachten tot hij uit bed mag, wachten tot hij verzorgd wordt, wachten tot hij aangekleed wordt, wachten tot hij ontbijt krijgt, wachten tot hij naar de dagbesteding gaat, wachten tot daar wat gebeurt…… Dat is geen leven. Dan ben je een patiënt.” (Begeleider)

De rol van de familie en andere betrokkenen

  • Familieleden speelden en spelen een belangrijke rol in het waarborgen van het werken aan een goed leven voor elk van de mensen die er woont. Zij komen veel over de vloer en signaleren wat goed gaat en wat niet. Ze speken het personeel daar op aan. Om de drie maanden is er per bewoner een ondersteuningsteamoverleg. De uitwerking van de visie is daar een vast onderdeel van.
  • Er is geen beleid van de instelling dat centraal staat maar wat mensen en hun familie willen.
  • SRV wordt naast de coördinerend begeleider en de coach vooral geborgd door familie. Die moet je ‘mee’ hebben of minstens niet tegen.
  • Naast de bewoners is ook de familie betrokken bij het hele sollicitatieproces.

Inzet en rol personeel

  • FleuRoJa neemt alleen begeleiders aan die de visie ondersteunt.
  • Mensen moeten feeling hebben voor de persoon in kwestie en wat die zou willen. worden met name voor één van de bewoners aangenomen. Bewoners hebben ‘eigen’ ondersteunteam van begeleiders.
  • Het is heel belangrijk om in gesprek te blijven met begeleiders en te zorgen dat het open gesprekken zijn. Zij moeten zich ook veilig voelen.
  • Wat een begeleider nodig heeft is ruimte, tijd en faciliteiten.
  • Deze manier van werken vraagt veel onderhoud. Veel erover praten, evalueren, feedback geven en krijgen. Ervaringen delen.
  • Zoals ze bij bewoners kijken welke rollen hen het beste passen doen ze dat ook bij begeleiders. De één is innovatief en op buiten gericht, de ander is meer op activiteiten binnenhuis gericht.
  • De bewoners zijn bij de hele procedure betrokken. De familie ook.
  • Als je hobby’s of voorkeuren deelt zorgt dat vaak voor een sterke drive. Je vindt het zelf ook leuk. Jezelf als begeleider blijven verbeteren is een leuke uitdaging. Steeds weer nieuwe dingen bedenken.
  • Het team inclusief de coördinerend begeleider werkt op basis van gelijkwaardigheid. We maken gebruik van ieders kwaliteiten.
  • Steeds weer heel expliciet nadruk leggen op samen met de persoon is belangrijk.
  • Ze doen verhoudingsgewijs weinig aan verslaglegging. Er wordt wel elke dag gerapporteerd en er vindt een mondelinge overdracht plaats; dit is in het belang van de bewoners)
  • De begeleiding was eerst vooral op zorg gericht. En dus werd er ook veel gewacht. Het ging in een bepaald stramien. Nu is het gericht op leven. Dat is minder inplanbaar. Veel dingen doen maar ook rusten als dat nodig is.
  • Begeleiders moeten dienend zijn. Ook op zorggebied maar vooral op meebewegen met wat voor iemand belangrijk is in het leven op dat moment.
  • Vanuit deze visie werken betekent ook dat je in het rooster extra goed moet kijken of begeleiders die samenwerken elkaar voldoende aanvullen in wat de bewoners die er zijn, nodig hebben.
  • Het gaat om meer dan een professionele relatie. ”Ik ben een verbintenis aangegaan met de mensen die hier wonen. Deze is gebaseerd op het gegeven dat ik deelgenoot wil zijn in hun leven.. Ik ben naast mijn taak van vertaler van de wensen van de bewoners het aanspreekpunt voor/van iedereen. Samen met mijn gezin heb ik ervoor gekozen om naast de bewoners te wonen zodat ik deze “taak”/”verbintenis” zo goed mogelijk kan uitvoeren”.

De rol van de buurt

  • FleuRoJa maakt niet echt onderdeel uit van de buurt. In het begin misschien iets meer omdat het toen zo bijzonder was.
  • Het is ook niet zo’n hechte buurt. De cultuur is vrij afstandelijk. In Zierikzee is dat heel anders. “De buren kennen ons wel en sluiten ons zeker niet buiten. Ik woon zelf in deze buurt en merk het ook. Iedereen is erg op zichzelf”.
  • Eén buurtbewoners is actief bij FleuRoJa betrokken en doet wat klusjes.
  • Tegelijkertijd wordt één van de bewoonsters, omdat ze veel boodschappen doet, door iedereen herkent en ook vaak bij naam genoemd.
  • Netwerken is heel belangrijk. Het heeft de hoogste prioriteit! Het gaat ook verder dan de eigen buurt.

Valkuilen

Valkuilen en lastige zaken

  • Mensen zien vaak alleen de beperking. Het is onze taak om Rob tot zijn recht te laten komen als persoon. Dat kost soms veel inspanningen. Vaker doen en vaker gezien worden is een voorwaarde.
  • We ontdekken steeds weer nieuwe manieren om iemand meer de regie te geven maar we delen het nog onvoldoende met elkaar.

“Professionals denken vaak dat zij weten hoe het moet maar bewoners weten het beter”. (Begeleider)

  • Bewoners zijn kwetsbaar. Begeleiders werken vaak alleen. Je moet vertrouwen kunnen hebben in elkaar.
  • Het risico als je iets vastlegt is dat het ‘nu eenmaal zo is (afgesproken)’. Situaties veranderen steeds weer. “Iemands leven is geen star iets. Het is non-stop in beweging en daar moeten en willen we in mee”.
  • “Zorgen dat het niet te gezellig wordt voor het personeel.”
  • Maar de begeleider ziet toch ook nog regelmatig dat er over het hoofd van iemand heen met een ander wordt gesproken. Rob is dan niet betrokken terwijl er wel iets met/voor hem wordt gedaan.
  • De insteek is dat het geld gaat naar degene waarvoor het is: de bewoner. Een organisatie bouwen kost alleen maar geld.
  • Het werven van personeel verloopt moeizaam. Maar dit heeft waarschijnlijk te maken met de eisen (visie) die we stellen.

“Door de ruime oude gegarandeerde PGB’s van de bewoners hebben we voldoende geld en dus tijd voor elk persoon maar zonder de visie zou dat niets uitmaken. Het gaat om waar je je geld aan besteedt!” (Begeleider)

Opbrengsten

  • Door het vergroten van zijn netwerk zit Rob beter in zijn vel. Sinds 3 jaar gebruikt hij geen antibiotica meer. In het verleden was het vaak 2x per jaar. Zijn zus is er van overtuigd dat het samenhangt. Er werd altijd al goed voor hem gezorgd maar nu is er ook veel aandacht voor hoe zijn leven er uit ziet. Dat is een groot verschil.

“Niet wat wij (personeel) het meest handig vinden maar wat hij/zij wil is het uitgangspunt”. (Begeleider)

  • Door met Rob onder de mensen te zijn, breng je ook vriendelijkheid in de samenleving.
  • Mensen zijn het meest verrast door het feit dat hij zo (zichtbaar) geniet. Dat hij zo open is geworden. Dat we elkaar zoveel beter begrijpen.
  • Rob is ook verbonden aan de voedselbank. Hij zorgt ervoor dat het karton wordt afgevoerd. “Dat kan alleen een fysieke handeling van mij als medewerker zijn maar in de praktijk bouw je dat uit. Je bouwt langzaam maar zeker een routine op waarbij je zorgt dat Rob steeds weer gezien wordt in die rol. Mensen kennen hem intussen en associëren hem met het werk dat gedaan moet worden”.
Back To Top